Karin Wientjes Familierechtkantoor zwolle

Voor samenwoners gelden andere regels dan voor echtgenoten.

Een man en vrouw wonen samen. Ze zijn niet getrouwd, ze hebben geen geregistreerd partnerschap en geen samenlevingscontract. Tegenwoordig wonen veel mensen samen ‘in het wild’. Waar echtgenoten op sommige punten door de wet worden beschermd, genieten samenwoners weinig bescherming. Zo blijkt ook nu weer uit een belangrijke recente uitspraak van de Hoge Raad (10 mei 2019).

Wat was er aan de hand? De vrouw had tijdens de samenwoning geld geïnvesteerd in het huis van de man, ruim € 80.000,-. Zij had namelijk de verbouwingskosten betaald. Nu de liefde over was en de samenwoning beëindigd, vond mevrouw dat zij recht had op een vergoeding van meneer van het door haar gefinancierde bedrag.

De vrouw heeft daar een aantal argumenten voor aangevoerd. In dit geval heeft niet één argument het gered. De Hoge Raad oordeelde:

1. Er is geen huwelijk en ook geen geregistreerd partnerschap. De regels die er zijn voor vergoedingen tussen echtgenoten, gelden niet voor samenwoners en kunnen niet overeenkomstig worden toegepast.
2. De woning is ook niet gezamenlijk op grond waarvan mevrouw een vergoedingsrecht zou kunnen hebben.
3. Er is niet gebleken dat meneer en mevrouw afspraken hebben gemaakt over de betaling (en eventuele terugbetaling) van deze kosten. Er was geen schriftelijke overeenkomst maar ook konden er geen stilzwijgende afspraken worden opgemaakt uit hoe partijen zich gedragen hadden.
4. In dit geval is er ook geen sprake -althans niet voldoende aangetoond – van onverschuldigde betaling of ongerechtvaardigde verrijking. Voor ongerechtvaardigde verrijking is nodig dat meneer in dit geval ‘verrijkt’ is door de verbouwing. Mevrouw had in dat kader aangevoerd dat meneer de kosten van de verbouwing had bespaard en zodoende was verrijkt. De Hoge Raad zegt dat die redenering niet klopt. Nodig is dat meneer deze verbouwingskosten zelf zou hebben betaald als mevrouw deze kosten niet had betaald, of dat de verbouwing verplicht was. Dat was niet het geval, want meneer kon die verbouwing niet zelf betalen en ook hóefde hij de woning niet te verbouwen.
5. Tussen ‘informeel’ samenwoners geldt wel dat het een en ander gecorrigeerd kan worden door de ‘redelijkheid en billijkheid’. Mevrouw wil vergoeding van de kosten en dus ligt het op haar weg om bijzondere feiten en omstandigheden te stellen waarom zij op grond van de redelijkheid en billijkheid toch recht zou hebben op een vergoeding. In dit geval had de vrouw daarvoor te weinig aangevoerd, en ging dus ook deze vlieger niet op.

Conclusie: mevrouw kon fluiten naar haar geld.

Gezamenlijke woning

Was deze situatie nu anders geweest als het huis van hen beiden was geweest? Ja, als meneer en mevrouw samen eigenaar van het huis waren geweest, dan was er sprake geweest van een zogeheten ‘gemeenschap’. Op een gemeenschap zijn andere regels van toepassing. Als mevrouw dan € 80.000,- had geïnvesteerd in de woning, dan had zij bij het einde van de samenleving wel recht op vergoeding. Daarop zou dan de ‘beleggingsleer’ van toepassing zijn (na 1 januari 2012). Dat betekent dat de investering ‘mee’ rendeert met de woning. Is de woning meer waard geworden, dan is ook de investering meer waard geworden en gaat dus ook de vergoeding omhoog. Het gaat wel om de helft (dus € 40.000,- +/- beleggingsresultaat) aangezien mevrouw dan ook in haar eigen woning heeft geïnvesteerd en dat deel komt natuurlijk niet voor rekening van meneer.

Getrouwd

Hoe zou de situatie zijn geweest wanneer meneer en mevrouw getrouwd waren geweest? Ook dan zou de uitkomst anders zijn geweest. Stel dat meneer en mevrouw getrouwd waren op huwelijkse voorwaarden met een zogeheten ‘koude uitsluiting’, dan was de woning ook (alleen) van meneer geweest, maar had mevrouw wél recht op vergoeding gehad. Tussen echtgenoten geldt namelijk dat als de één investeert in een goed (in dit geval een woning) van de ander, die echtgenoot recht heeft op een vergoeding. Eerder werden de regels voor echtgenoten – in lagere rechtspraak- wel eens overeenkomstig toegepast bij samenwoners, maar nu beslist de Hoge Raad dus dat dat niet kan. De regels omtrent vergoedingen die gelden voor echtgenoten, gelden niet voor samenlevers.

Overeenkomst

En wat nu? Dit arrest maakt duidelijk hoe belangrijk het is voor samenwoners (ook die met een samenlevingsovereenkomst!) om afspraken te maken wanneer de één geld gaat stoppen in de woning (of in een ander goed) van de ander. De enige ‘escape’ die de samenwoners hebben om hun geld terug te krijgen is op grond van ‘redelijkheid en billijkheid’ en dat is een onzekere factor. Het ligt voor de hand dat mevrouw zegt dat het onredelijk is dat zij het geld niet terugkrijgt, alleen omdat ze niet getrouwd is (!). Dat is soms als advocaat lastig uit te leggen. Het voelt oneerlijk, maar toch zal mevrouw met dat argument waarschijnlijk haar geld niet terugkrijgen. Maak dus afspraken over de betaling en over de eventuele terugbetaling en leg die afspraken vast in een overeenkomst.

Tot slot

Als ervaren echtscheidingsadvocaten weten wij, en zien wij, hoe liefde blind kan maken en dat veel mensen denken: dat gebeurt ons niet, hij of zij is niet zo enzovoort. Wanneer de liefde over is, gaan de ogen open en kunnen er echt problemen ontstaan. Ons advies: bespreek dit met elkaar en maak afspraken. Wanneer u dat wilt, kunnen wij u daar samen uiteraard bij helpen.

Door: mr. K.M. Wientjes