Meneer en mevrouw zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. Mevrouw heeft een schenking ontvangen van haar ouders, een bedrag van € 30.000,-. Dit bedrag is geschonken met een uitsluitingsclausule. Dit betekent dat het bedrag niet in de gemeenschap van goederen is gevallen maar privévermogen is van mevrouw.
Het bedrag is op haar bestaande bankrekening gestort. Die bankrekening is door de gemeenschap van goederen een gemeenschappelijke rekening. Meneer en mevrouw gebruiken dit geld voor van alles en na 10 jaar is het bedrag op, verdampt. Vervolgens gaan meneer en mevrouw scheiden. Kan mevrouw dat geld dan terugeisen?
Over die vraag was de rechtspraak lange tijd verdeeld. De gerechtshoven Amsterdam, Den Haag en Arnhem-Leeuwarden zeiden dat mevrouw dat bedrag inderdaad kan terugvorderen. Het hof Den Bosch vond dat niet redelijk en zei: “nee, op is op, partijen hebben samen dit geld gebruikt en dan kan mevrouw dat bedrag niet nog terugeisen”. Afhankelijk van waar mevrouw woonde, kreeg ze het bedrag wel of niet terug. Deze verschillende uitkomsten, afhankelijk van waar men woonde, was soms lastig uit te leggen.
Uitsluitingsclausule: het bedrag kan worden teruggevorderd
De Hoge Raad heeft nu eindelijk, op 5 april 2019, duidelijkheid gegeven en heeft een streep gezet door de “op is op-theorie”. Mevrouw kan wel degelijk het bedrag terugvorderen van de gemeenschap. Doordat haar ontvangen schenking (privégeld) op een gemeenschappelijke rekening is gestort, is de gemeenschap gebaat en daarom heeft mevrouw een vordering op de gemeenschap van goederen ter grootte van de schenking. Met andere woorden: het maakt dus niet meer uit waar mevrouw woont, ze heeft een vergoedingsrecht op de gemeenschap van goederen en ze kan het geld terugeisen.
Kan meneer hier dan helemaal niets tegen doen? Het is aan meneer om feiten en omstandigheden te stellen en zo nodig te bewijzen, dat het vergoedingsrecht van mevrouw niet of niet volledig geldend kan worden gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld zo zijn omdat mevrouw met het geschonken bedrag privéschulden van zichzelf heeft afgelost of omdat meneer en mevrouw (uitdrukkelijk of stilzwijgend) hebben afgesproken dat mevrouw het bedrag niet terug zou krijgen. Voor meneer is dit absoluut geen makkelijk positie.
Nieuwe “beperkte” gemeenschap van goederen na 1 januari 2018
Op 1 januari 2018 hebben we een nieuw stelsel gekregen. Mensen die op of na deze datum zijn getrouwd, zonder huwelijkse voorwaarden, hebben een beperkte gemeenschap van goederen. Bij de beperkte gemeenschap vallen alle schenkingen en erfenissen buiten de gemeenschap of er nu wel of geen uitsluitingsclausule is gemaakt (tenzij een insluitingsclausule). Dat betekent dat als mevrouw (of meneer) een schenking of erfenis krijgt, dit bedrag dus niet in de gemeenschap van goederen valt. De echtgenoten moeten zich er dus van bewust zijn, dat mevrouw dit bedrag terug kan vorderen bij echtscheiding. Door het nieuwe stelsel zal dit veel vaker aan hand zijn en bij heel veel echtscheidingen een rol gaan spelen.
Advies van Het Familierechtkantoor: Maak afspraken bij een erfenis of schenking
Of men het wel of niet redelijk vindt dat mevrouw het bedrag alsnog terug kan eisen, terwijl mevrouw en meneer het bedrag samen hebben opgemaakt, doet er juridisch dus vanaf nu niet meer veel toe. In beginsel kan mevrouw het bedrag terugvorderen. Wij zijn wel blij dat de Hoge Raad nu eindelijk duidelijkheid heeft gegeven. Deze zekerheid en het arrest van de Hoge Raad leidt wat ons betreft naar het volgende advies:
Krijgt mevrouw (of meneer) een erfenis of een schenking met een uitsluitingsclause of zijn zij na 1 januari 2018 getrouwd , dan doen zij er verstandig aan om afspraken hierover te maken. “Wat ga je (of gaan we) met dit geld doen en wat te doen als we gaan scheiden?” Als partijen afspreken dat mevrouw het bedrag niet terug hoeft te ontvangen, omdat zij samen van dit geld bijvoorbeeld nu eindelijk wel die nieuwe auto kunnen kopen en die mooie reis kunnen maken, of de kinderen nu wel op kamers kunnen laten wonen, dan doen zij er goed aan deze afspraak duidelijk op papier te zetten. Dan kan er bij echtscheiding geen discussie meer over bestaan.